Van Dali tot Gaudi ……..
We zijn ondertussen al weer zo'n 10 dagen verder en hebben na onze ervaringen in Andorra uiteraard weer het één en ander meegemaakt. Na ons verblijf op camping Casal in Canillo (Andorra) zijn we op 9 december weer naar Spanje vertrokken. Maar niet voordat we eerst een bezoek hadden gebracht aan één van de vele motorzaken die we bij het binnenkomen van Andorra hadden gezien. Laten ze hier nu net de Schubert C3 helm hebben in de kleur wit! Perfect voor bij mijn witte BMW!
Voordat we Andorra uitrijden, maken we nog een stop bij het laatste Commercial Centre om nog wat alcohol in te slaan. Helaas mag je niet meer dan 1,5 liter per persoon meenemen. Volgens Menno zouden we bij de grens vast geen controle krijgen, maar ik dacht daar anders over. Bij het binnenrijden van Andorra stond er namelijk niet voor niets een hele file bij de douane, waarbij menig auto met zijn kofferbak openstond. En ja hoor, ook wij moesten aan de kant. De douane beambte liep om de camper heen, bekeek nauwkeurig onze onder het zeil geplaatste fietsen en wilde daarna ook een kijkje binnen nemen. Gelukkig had ik die ietsie pietsie te veel aan liters alcohol toch maar uit voorzorg uit het zicht gehaald, want bij binnenkomst bekeek hij nauwkeurig de ruimte van ons bed in de alkoof, vroeg hij of we sigaretten hadden gekocht en of we alcohol hadden. 'Sigaretten nee, maar alcohol wel.' 'Hoeveel liter?' 'Drie'. 'Ok, dan is het goed'. Zonder een verdere gedetailleerde controle van het bed achterin (was een enorme puinhoop) en onze wasmand, konden we gelukkig onze weg naar Spanje vervolgen. Bij het verlaten van Andorra werden we een beetje overvallen door de rust en de ruimte van het Spaanse land, zeker in het Cerdanya dal. Geen auto's voor je, geen fluitende verkeersregelaars, heerlijk.
We rijden nog zo'n 50 kilometer verder en overnachten uiteindelijk op de parkeerplaats van het ski-oord in La Molina-Alp.
De volgende dag gaan we door naar Ribes, waar een treintje vertrekt naar het op 2000 meter hoge gelegen oord Nuria. De weg hiernaar toe gaat via de ‘Colla de Toros' een mooie bergpas waarvan we zo'n 30 kilometer volgen over een weg met heel veel bochten, mooie uitzichten en slechts een lichte stijging en daling.
Eenmaal in Ribes aangekomen, kunnen we na diverse pogingen en omrijden wegens smalle straatjes, het treintje niet vinden. Menno is de smalle straatjes zat (of zou hij smalle-straatjes-rijangst hebben gekregen?) en we besluiten door te rijden naar Ripol, naar de Santa Maria kerk. Deze kerk beschikt over de oudste Romaanse poort van Catalonië. Helaas bevindt zich deze in het centrum van de stad. In de buurt parkeren lukt niet en omdat we de problemen van smalle straatjes niet nog eens gaan opzoeken, laten we ook deze bezichtiging varen. We nemen vervolgens de route door de Vall de Camprodon en het natuurgebied Alta de Garrotxa. Ook weer een mooie bochtige weg, waarbij het uitzicht helaas vaak wordt weggenomen door de vele olijfbomen die langs de weg en op de hellingen groeien.
Na aankomst in Olot, rijden we over de gewone autoweg naar Figueres, waar we de volgende dag het ‘Teatro-Museu Dali' gaan bekijken, inderdaad een museum met werk van Salvador Dalí. Het museum is door Dalí zelf ontworpen en samengesteld. Het is heel leuk opgezet, zoals de naam al doet vermoeden, in de vorm van een theater.
Met name de ‘Mae West room' vond ik erg leuk, waarbij je door vanaf een verhoging op de meubelstukken neer te kijken, het ‘gezicht' van Mae West kon zien. Je moet er maar opkomen. Ik miste verder wel een aantal grote werken van hem, die ik daar had verwacht, maar waarschijnlijk hangen die in andere musea. Toch waren er ook erg mooie stukken aanwezig, zoals de metershoge schildering op het ‘podium' en een mooie plafondschildering.
Na Figueres zijn we in één dag doorgereden naar Barcelona. Het was die dag erg zonnig, volgens de thermometer 26 graden en die laaghangende zon maakte de 140 kilometer lange rit wel lastig en vermoeiend om te rijden.
Eenmaal in Barcelona aangekomen hebben we eerst een pomp met gas gezocht, want dat was ondertussen al weer aardig aan het opraken en in Spanje zijn er bijna geen pompen met LPG te vinden. Nadat we dit geregeld hadden, dachten we dat het ‘werk' er voor die dag op zat. We hoefden alleen nog maar naar de alom bekende mega grote camperplaats aan de ‘Diagonaal' te gaan, waar we enkele nachten wilden blijven staan. Daar aangekomen, werden we ‘te woord' gestaan door een muts die het blijkbaar heel vervelend vond dat ze voor ons haar telefoongesprek moest beëindigen. Veel meer dan de mededeling ‘no camping-car' kwam er dan ook niet uit. Aangezien ik geen woord Spaans spreek en haar Engelse vocabulaire zich beperkte tot ‘no camping-car', kwamen we daar dus niet verder. Maar dat we er niet op mochten, dat was wel duidelijk. Een vrachtwagen achter ons, mocht echter wel het terrein op en we hadden gezien dat er twee campers geheel verlaten op het grote lege terrein geparkeerd stonden. We snapten er niets van. Op de borden bij het terrein en in onze camperplaats-gidsen stond toch duidelijk aangegeven dat het ook voor campers bedoeld was. Een beetje verslagen zijn we er weggereden en hebben we de camper tijdelijk geparkeerd bij één van de havens om het avondeten klaar te maken. Wat nu? De hele route vanaf Lourdes door de Pyreneeën had in het teken van Barcelona gestaan en dan zouden we die stad gewoonweg over moeten slaan? Zomaar ergens parkeren gaat niet en doe je daar ook niet graag. Misschien nog wel voor de nacht, maar niet om je camper achter te laten als je zelf de stad gaat bezichtigen. Menno had in zijn navigatie nog wat camperplaatsen gemarkeerd staan, maar tot op heden hadden die plaatsen nooit veel voorgesteld en bleken zelfs vaak helemaal niet te bestaan. Veel vertrouwen hadden we daar niet in, maar veel keus hadden we ook niet. In een straal van zo'n 5 tot 10 kilometer waren er drie andere plaatsen die we dan maar eens moesten gaan bekijken. De eerste plek was op een enigszins verlaten industriegebied, dat bovendien smerig en onverzorgd was. Dat gaf geen goed gevoel. Voordat we naar de tweede plek gingen kijken, wilden we eerst nog eens langs die grote camperplaats rijden waar die muts ons had weggestuurd. Wie weet, zat er nu iemand anders en kon het nu wel. Of misschien was er een andere ingang waar we wel het terrein op mochten. Eenmaal daar weer aangekomen, bleek er echter toch maar één ingang te zijn. Bovendien zagen we dat een andere camper ook weggestuurd werd. Nu wisten we het zeker, we konden er echt niet op. Dan maar op zoek naar de tweede en misschien ook wel derde camperplek. De tweede plek was niet te vinden, aangezien deze volgens de navigatie te midden van een blok huizen gemarkeerd stond. Op weg naar de derde plek, zagen we toevallig de camper voor ons die ook bij die grote parkeerplaats was weggestuurd. Misschien waren zij wel op weg naar een andere plek. We besloten hem te volgen, maar al snel ging hij aan de kant van de weg staan. We hebben onze camper daar achter geparkeerd en zijn gaan vragen of zij iets wisten. Gelukkig waren dit Fransen en kon ik aardig met ze in gesprek gaan. Zij hadden bij de ingang van die camperplaats te horen gekregen dat er wegens onderhoud geen campers toegelaten werden. Wél hadden zij een kaartje gekregen van een andere ‘poortbewaker' dan de muts die wij daar twee uur eerder aantroffen. Hierop stond het adres van een andere bewaakte parkeerplaats. Ze konden het echter niet vinden. Als die muts bij die camperplaats ons nou ook zo'n kaartje had gegeven, dan had ons dit een hoop ellende en frustratie bespaard. Menno probeerde vervolgens het adres in de Garmin in te voeren, maar de straatnaam stond er niet in. Wel konden we aardig nauwkeurig in de buurt van het getekende plattegrondje van het kaartje komen. De bestuurder van die andere camper had ondertussen via zijn telefoon ook wat meer navigatie-informatie ontvangen en we spraken met hen af dat wij hen zouden volgen.
Blijkbaar werkte de navigatie van die man niet helemaal goed, maar na diverse malen de weg vragen (zij, niet wij, ik spreek tenslotte geen Spaans), hadden we uiteindelijk de parkeerplaats gevonden in het gebied van de Montjuïc, nabij het ‘Poble Espagnol' (een nagebouwd dorp met daarin diverse Spaanse bouwstijlen). Helaas hadden ze daar geen elektriciteit, maar met behulp van de fransman, die naar achteraf bleek ook maar slechts enkele woorden Spaans sprak, kon de bewaker van dat terrein ons wel laten zien waar we water konden tappen en waar we onze vuilwatertanks konden lozen. Veel meer dan 'one night, 25 euro's' kwam er in het Engels echter niet uit, maar met handen en voeten kom je uiteindelijk ook een heel eind en de bewaker was zeker zeer behulpzaam. Het terrein bleek een parkeerterrein voor bussen te zijn en tevens voor auto's die daar parkeren tijdens concerten in het Olympisch Stadion, dat destijds was gebouwd voor de Olympische Spelen in de jaren negentig.
Onze eerste dag in Barcelona (één dag is namelijk niet genoeg om deze stad te bezichtigen) zijn we naar de ‘oude stad' gegaan. Na een tweedaags metro-kaartje te hebben gekocht, was onze eerste halte de oude kathedraal met bijhorend klooster.
Een indrukwekkend bouwwerk, met helaas veel toeristen. Het is vandaag zaterdag, dus dat vraagt om nog meer toeristen. Ook horen we hier voor het eerst in deze vakantie vaak de Nederlandse taal om ons heen. Blijkbaar zijn er ook dat weekend veel Nederlanders die een weekendje Barcelona hebben geboekt. Na de kathedraal lopen we naar het ‘Palau de la Musica Catalana'.
Een heel bijzonder concertgebouw, gebouwd in de tijd van de modernisten met veel Art Nouveau. Helaas mochten we daar binnen niet filmen en geen foto's maken. Na het nuttigen van wat tapa's in de centrale lobby, hebben we dit fantastische gebouw aanschouwd tijdens een ‘guided tour'. De rondleiding was gelukkig in het Engels. Het gebouw is niet zo groot en overal heb je mooie versieringen van bloemen en planten in keramische tegels met reliëf. Ook zie je hier hele mooie mozaïeken en beelden van figuren en andere voorwerpen die uiteraard met muziek te maken hebben. De concertzaal zelf was het allermooiste. Beneden was het al een mooi geheel, maar kwam het toch wat klein over. Eenmaal op de tweede verdieping, waarbij je van boven neerkijkt op het podium, is het een indrukwekkend geheel. Rondom zijn grote ramen met glas in lood waardoor het licht in allerlei kleuren naar binnen komt. De pilaren, die mede de constructie dragen, zijn geïnspireerd op bomen, waarbij de omringende kroonluchters inderdaad als een soort kruinen van de bomen in schuine stand richting de ‘zon' zijn geplaatst. Die ‘zon' is een metersgrote omgekeerde koepel, volledig van glas in lood, die als een soort grote druppel in het midden van het gebouw aan het plafond hangt in de mooiste kleuren. Jammer dat we geen foto's mochten maken, maar ik heb uiteraard wel een boekje gekocht met daarin afbeeldingen om toch een aandenken te hebben.
Hierna zijn we naar ‘La Rambla' gelopen. Een levendige winkelstraat, waarbij het midden gevormd wordt door een hele lange rij bomen. Hier staan verder ook kraampjes met vogels en bloemen, maar het
meest bijzondere zijn eigenlijk wel de ‘levende standbeelden'. Hier zitten echt ware kunstwerken bij.
Het begint ondertussen al donker te worden en de verlichte rij met bomen op de ‘La Rambla' is een mooi gezicht. Na het avondeten zijn we naar het grote park van Barcelona gelopen waar zich ook een ‘Arc de Triomph' bevindt. Het is ondertussen al laat en we pakken van hieruit de metro terug naar de halte ‘place espagnol' in het Montjuïc. Toevallig stuiten we daar op een geweldige fontein show van de magische fontein bij het ‘Palau d'Art', het paleis van de kunst.
Het is een megagrote fontein die op het ritme van zowel moderne als klassieke muziek, in allerlei kleuren een mooie show weggeeft. Het is er dan ook erg druk. Het ligt op onze route naar ‘huis' en eenmaal bovenaan de trappen van het Palau d'Art, genieten we nog een tijdje van het fantastische uitzicht over Barcelona. De Montjuïc is hoger gelegen dan de rest van Barcelona. Het uitzicht vanaf hier over de duizenden lichtjes van de stad is dan ook zeer indrukwekkend. De marmeren muur waar we op zitten is echter wel koud en na een half uur wordt het dan toch echt tijd om weer naar de camper te gaan. Het was een vermoeiende maar zeer mooie dag.
De tweede dag in Barcelona wordt een ‘Gaudi-dag'. Barcelona staat natuurlijk bekend om zijn werken van Gaudi en daar kun je dus niet omheen. Omdat ik gisteren door het vele lopen toch weer last van mijn knie heb gekregen, besluiten we om vandaag veel van de metro gebruik te maken. De eerste stop is de Sagrada Familia, het levenswerk van Gaudi en vaak het toonbeeld van Barcelona.
Het is zondag, dus het is rustig in de ‘tempel'. Dit geldt voor de werklieden en niet voor de toeristen, die zijn er natuurlijk in overvloed. Het bouwwerk mag dan het levenswerk van Gaudi zijn geweest, het is echter nog verre van af. Daarom wordt hier doordeweeks nog volop gebouwd en gewerkt. Dat zie je dan ook aan de metershoge steigers die binnen staan en de afgeschermde werkplaats die zich in het midden van de tempel bevindt. Eigenlijk vond ik het zelf hierdoor toch een beetje tegenvallen. Het heeft overigens een zeer hoog beton gehalte, maar het is dan ook iets geheel anders dan een kathedraal van honderden jaren oud.
De start van dit gebouw was in 1904, dus het is nog helemaal niet zo oud. De facade aan de voorkant is één van de eerste dingen die zijn gerealiseerd en ik moet zeggen dat ik die ook het mooiste vond. Hier zijn zoveel beelden bijeengebracht in zoveel details, je blijft gewoon kijken naar dit grote kunstwerk.
De buitenzijde aan de achterkant is veel moderner, waarbij de beelden van diverse mensfiguren nogal in hoekige vormen waren gemaakt. Iets wat ik zelf minder mooi vond.
De ramen in de Sagrada Familia zijn nog maar beperkt gevuld met glas in lood, maar daar waar het glas wel in zit, geeft het hele mooie kleuren. Ook in dit gebouw zijn de pilaren geïnspireerd op
bomen uit de natuur, waarbij je bovenin tegen de onderkant van de kruinen aankijkt. Het lijken net bloemen. Deze bevinden zich helemaal bovenin en dat is echt wel heel indrukwekkend. Als je verder
wat meer te weten komt over de manier waarop Gaudi zijn wijze van bouwen toepaste, waarbij hij echt een pionier was voor die tijd, dan krijg je steeds meer bewondering voor zijn levenswerk, althans
ik wel. De uitvoeringen van al die ronde vormen, waarbij op andere wijzen met krachtverdeling wordt omgegaan is toch eigenlijk heel indrukwekkend.
Na een paar uur hier doorgebracht te hebben, zijn we met de metro één halte verder gegaan naar het ‘Hospital de la Santa Creu i de Sant Pau'. Dit betreft geen bouwwerk van Gaudi, maar is wel uit de
tijd van het modernisme zoals ook het concertgebouw dat we gisteren hebben bezocht. Het ziekenhuis is gebouwd met daarbij veel details van bloemen en planten met de gedachte dat dit het
genezingsproces van de zieken positief zou beïnvloeden. Eenmaal bij de poorten van het ziekenhuis aangekomen, blijkt dit gesloten te zijn wegens onderhoud. Wat een domper.
Dan maar direct weer de metro in om naar het ‘Park Guëll' te gaan, een park ontworpen door Gaudi in opdracht van hertog Guëll, gebouwd tussen 1910 en 1914. Vanaf de metro is het wel een stukje steil omhoog lopen, maar het is zeker de moeite waard. Het lijkt een beetje alsof je bij de Efteling bent beland. De huisjes bij het toegangshek doen je aan kabouterhuisjes denken, geen paddestoelen, maar wel rond en met zeer fantasierijke daken. Als je de poort bent gepasseerd en je de eerste trap omhoog hebt genomen, sta je bij de veelkleurige sauriër, de bekende draak van Gaudi, bedekt met mozaïek van keramiek. Hier is druk met toeristen. Iedereen vecht om een plaatsje om een foto te maken van vriend, vriendin of geliefde bij dit beeld.
We gaan verder omhoog en komen uiteindelijk uit bij een soort ovaal plein vanwaar je uitzicht hebt over de stad. Dit plein is als een soort balkon, dat over de onderliggende trappen heen hangt en waarlangs een met mozaïek versierde meterslange golvende bank is geplaatst. Vandaag is het koud en de zon laat het nogal afweten. Toch is het erg druk op de kleurrijke golvende bank met de vele toeristen die net als ons dit park niet aan zich voorbij willen laten gaan.
We lopen nog wat verder door het park en bekijken bovendien het voormalige huis van Gaudi , thans een museum. Omdat het nogal koud is (tijd voor muts en handschoenen) besluiten we na een uurtje weer met de metro terug te gaan naar het oude gedeelte van Barcelona voor het avondeten. Na ons diner in een restaurantje wat niet geheel een succes was (paëlla uit de magnetron en entrecotes als schoenzolen), gaan we weer met de metro naar de camper. Ditmaal is er geen show van de magische fontein, maar we blijven toch nog even bovenaan de trappen van het Palau d'Art staan om net als gisteravond van het uitzicht over de stad te genieten. Morgen gaan we Barcelona weer verlaten, dus dit is de laatste keer. Maar ook nu is het koud en lokt de warme ruimte van ons Cloutje. Na een korte wandeling zijn we dan ook weer snel op de parkeerplaats. We zijn moe, maar voldaan. Er is zoveel te zien in Barcelona, je kunt er wel een week verblijven. Ik weet alleen niet of mijn voeten dat wel aankunnen, want ondanks dat we vandaag veel met de metro hebben gedaan, hebben we allebei last van zeer vermoeide voeten en zouden we het niet zien zitten om morgen weer flink aan de wandel te gaan in deze fantastische stad. Het is goed zo, het is tijd om weer te vertrekken.
Het is ondertussen 14 december en we maken ons op voor het vertrek vanuit Barcelona. Eigenlijk hadden we nog wel het ‘Pablo Espagnol' willen bekijken, het is tenslotte om de hoek van de parkeerplaats, maar onze voeten zijn nog steeds moe en mijn knie is het ook een beetje zat. Bovendien willen we weer verder. Alhoewel verder, het is nu weer tijd om langzaam richting huis te gaan. We willen zo rond 20 december thuiskomen en met de camper gaan de kilometers nou eenmaal niet zo heel snel. We laten Barcelona dus achter ons en gaan weer richting Frankrijk. We hadden wel meer van Spanje willen zien, maar de weken zijn dan toch ineens snel voorbij gegaan. Bij de Carrefour net buiten Barcelona doen we nog wat boodschappen en rijden vervolgens deze dag tot net over de grens in Frankrijk.
We overnachten in Le Boulou. Het is een vreemde ervaring, voor het eerst zien we weer een rij campers naast elkaar op een camperplaats en het voelt voor ons een beetje als thuiskomen. Ondanks dat we Spanje, voor zover we het dan gezien hebben, een erg mooi land vinden, ben ik toch blij om weer in Frankrijk te zijn. Hier zijn ze toch beter op campers ingesteld en kun je tenminste weer camperplaatsen vinden met de zo broodnodige voorzieningen. We willen dan ook graag onze watertank weer bijvullen. Kunnen we eindelijk dat chloor-water van Barcelona wat verdunnen. Tijdens het douchen lijkt het namelijk wel alsof je in een zwembad bent geweest, zo sterk is de chloorlucht. Helaas moeten we voor het vullen wel wat verder van de sanizuil parkeren dan nodig is, omdat, hoe kan het ook anders, een Nederlandse camperaar doodleuk op zijn gemakkie zijn camper staat te wassen recht voor de sanizuil, midden op straat. Gelukkig zijn er twee tappunten voor het water en hebben we een lange waterslang.
We rijden verder over de doorgaande wegen en aan het einde van de dag doorkruisen we het nationale park Haut-Languedoc over de D122, een toeristische route.
We stijgen hierbij zo'n 500 meter en overnachten ongeveer halverwege deze weg op een ‘parkeerhaven' aan de zijkant.
Het waaide vandaag de hele dag al erg hard. We hebben zelfs het dakluik van de alkoof met tie-rips extra moeten vastzetten. 's Avonds is het tijd om nog een klein wasje te draaien om de laatste dagen door te komen. De volgende dag rijden we de rest van de 80 kilometer lange route door de Haute Languedoc, waarna we vervolgens de ‘snellere' route richting Lyon nemen over de ‘route nationale'. Deze route brengt ons soms toch nog tot hoger gelegen en koude gebieden, waarbij 's avonds het rijp aan de bomen zit, een erg mooi gezicht. We overnachten in Lamastre. Er zijn hier wel sanizuilen, maar wegens de vrieskou is het water afgesloten. We kunnen nog wel even vooruit en reizen de volgende dag weer verder noordelijk. We maken die dag een lange tocht van zo'n 330 kilometer tot net onder Dijon. Het is zonnig en koud. In Nederland sneeuwt het ondertussen, maar wij hebben vandaag nog geen sneeuw gezien. Dit verandert echter naarmate we Dijon naderen. Eerst wat stuifsneeuw, maar al gauw sneeuwt het tamelijk hard en besluiten we op zo'n 20 kilometer voor ons einddoel van die dag te overnachten op een camperplaats in ‘Nuits-St-Georges'. Het blijft nog wel even sneeuwen, wat zorgt voor idyllische plaatjes bij het gele licht van de straatlantaarns.
De volgende ochtend is alles wit, wat een heerlijk gezicht. Het rijden gaat nu alleen wel een heel stuk langzamer. Veel wegen zijn nog bedekt met sneeuw en onze snelheid ligt vaak niet boven de 30 km/uur. We willen vandaag 360 kilometer rijden, dus dat wordt nog lastig. Onderweg hebben we te maken met een opstopping en op advies van een fransman draaien we om en maken we een omleiding. Op onze geplande route is er namelijk veel sneeuw gevallen en volgens de wegenkaart zitten er nogal wat steile stukken tussen. Niet echt slim dus om hier nu met de camper doorheen te willen gaan. De omleiding is inderdaad een stuk sneller, de wegen zijn hier schoner en we kunnen weer 80 km/uur rijden. De sneeuw wordt steeds minder en vanaf Nancy is er geen sneeuw meer te bekennen. We komen die avond in Luxemburg aan en overnachten in Dudelange, net over de grens. Het is hier nu drie graden onder nul en er ligt geen sneeuw, terwijl het in Nederland overal wit is en het ‘s nachts tot -15 graden vriest. De volgende ochtend is het ook in Dudelange wit en het kwik is gezakt tot 13 graden onder nul.
Onze verwarming doet het nog steeds erg goed. Hij verwarmt de camper met gemak tot 20 graden, dat is toch een overbrugging van zo'n bijna 35 graden. De tankverwarming wil helaas niet aangaan, die vraagt teveel stroom door de enorme kou en dat is teveel voor onze omvormer van 300 Watt. Jammer, onze afvaltanks zullen met -13 graden wel bevroren zijn en nu kunnen we niet lozen op deze camperplaats. Water vullen was er zowieso al niet bij omdat de kraan ook hier is afgesloten. Bij het vertrek wil de camper niet zo makkelijk starten. Het is al wel vaker koud en onder nul geweest, waarbij het starten wat moeilijker ging, maar nu wil hij na diverse pogingen toch niet aanslaan. Geen nood, we hebben nog twee huishoudaccu's aan boord die ook nog wat vermogen kunnen leveren. Nadat Menno deze er bij heeft aangesloten, start hij gelijk. Tijd voor een schakelaartje dus! We rijden vervolgens zo'n 35 kilometer naar camping Simmerschmelz in Septfontaines om hier ons laatste dagje door te brengen. Het is namelijk al weer zaterdag 19 december en morgen willen we thuis komen. Maar uiteraard niet voordat we jullie op de hoogte hebben gebracht van onze ervaringen van deze laatste 10 dagen. Het zit er voor ons dus weer op, nog één nachtje en dan is het voorbij......... maar we hebben wel weer iets om naar uit te kijken voor volgend jaar. Bovendien hebben we er ook weer erg veel zin in om onze familie en vrienden thuis weer te zien!
Reacties
Reacties
Hoi reizigers,
Weer een leuk reisverslag!
Ik zie dat jullie op de 20e thuis wilden komen.
Is dit nog gelukt met al die sneeuw??
We zien / spreken jullie binnenkort.
Groetjes
De Bruintjes
Hi lieverds,
Ik verbaasde me wel eigenlijk met je reisverhaal, dat je die olijfbomen erg vervelend vond vanwege het uitzicht. Grappig hoor. Heb je eindelijk olijfbomen om te bekijken, staan ze gelijk 'in de weg'. Maarja, zo zie je maar dat je wel erg snel went aan al het mooie om je heen en wil je toch altijd maar meer.
Als je zo in Barcelona bent geweest moet je maar eens het boek "de schaduw van de wind" gaan lezen. Heerlijk..... Verder zijn Bruno en ik 8 jaar geleden in Barcelona geweest en toen stond de Sagrada Familia ook al in de steigers. Maar dat is eigenlijk ook het verhaal van Gaudi.... Elke keer als ze weer wat geld hebben, dan wordt er weer verder gebouwd. Dus zal het zeker nog wel wat jaartjes duren voordat het af is. Jammer dat je dat niet wist van te voren. Want dan had je er toch meer van kunnen genieten.
groetjes,
Astrid
Hallo globetrotters,
Ik heb nu pas tijd om wat verslagen van jullie te lezen, heel erg leuk Natalia, want volgens mij herken ik jouw schrijfstijl.
Ik weet uit ervaring dat het heel veel energie kost om na een dag reizen en indrukken opdoen ook nog eens een humoristisch en gedetailleerd verslag te schrijven terwijl je eigenlijk met je voeten omhoog een glaasje plaatselijke wijn wilt proberen. Of je geliefde eens diep in de ogen kijken bij een stukje stinkkaas. Of je bevroren afvalwatertank ontdooien met een gasbrander...
Wordt vervolgd?
groeten, Jannie
Reageer
Laat een reactie achter!
- {{ error }}