Wit, witter, witst

Bij vertrek vanaf de camping in Luxemburg hadden we van de beheerder al gehoord dat de weg naar Nederland slecht begaanbaar was. Het was ondertussen -15 graden geworden en zelfs de warmwaterleidingen op de camping waren die nacht bevroren geraakt. Gelukkig hadden we daar in de camper geen last van en konden wij nog gewoon lekker douchen. De weg terug was echter toch wat minder gemakkelijk dan we dachten. De wegen richting de snelweg waren helemaal wit, niet gestrooid en niet geveegd.

De snelweg zelf was ook wit en tot aan Luik konden we vaak niet harder dan 30 of 40 km/uur.

Vanaf Luik ging het gelukkig stukken beter, de weg was daar goed schoongemaakt en we konden weer 80 km/uur rijden. Vanaf Maastricht tot net voor Eindhoven hadden we echter weer te maken met veel sneeuwval en een groot gedeelte van die afstand zaten we achter drie sneeuwschuivers.

Hierdoor kon er niemand langs en lag de snelheid niet hoger dan 40 km/uur. We waren blij toen ze de afrit namen en gelukkig waren we de nieuwe ploeg, die daarbij alweer de oprit op kwam, net voor. De weg was ondertussen al een stuk beter begaanbaar geworden en we konden weer wat vaart maken. Al met al zijn we om 20:00 uur thuisgekomen in een wonderschoon wit landschap waarvan we bij vertrek niet hadden kunnen dromen dat het er bij thuiskomst zo uit zou zien. Wordt het dan toch nog een witte kerst? Wij willen iedereen vanaf deze plek heel erg bedanken voor de leuke reacties op onze reisverhalen en foto's en wij wensen jullie allemaal hele fijne feestdagen en alvast een gelukkig nieuwjaar!!

Van Dali tot Gaudi ……..

We zijn ondertussen al weer zo'n 10 dagen verder en hebben na onze ervaringen in Andorra uiteraard weer het één en ander meegemaakt. Na ons verblijf op camping Casal in Canillo (Andorra) zijn we op 9 december weer naar Spanje vertrokken. Maar niet voordat we eerst een bezoek hadden gebracht aan één van de vele motorzaken die we bij het binnenkomen van Andorra hadden gezien. Laten ze hier nu net de Schubert C3 helm hebben in de kleur wit! Perfect voor bij mijn witte BMW!

Voordat we Andorra uitrijden, maken we nog een stop bij het laatste Commercial Centre om nog wat alcohol in te slaan. Helaas mag je niet meer dan 1,5 liter per persoon meenemen. Volgens Menno zouden we bij de grens vast geen controle krijgen, maar ik dacht daar anders over. Bij het binnenrijden van Andorra stond er namelijk niet voor niets een hele file bij de douane, waarbij menig auto met zijn kofferbak openstond. En ja hoor, ook wij moesten aan de kant. De douane beambte liep om de camper heen, bekeek nauwkeurig onze onder het zeil geplaatste fietsen en wilde daarna ook een kijkje binnen nemen. Gelukkig had ik die ietsie pietsie te veel aan liters alcohol toch maar uit voorzorg uit het zicht gehaald, want bij binnenkomst bekeek hij nauwkeurig de ruimte van ons bed in de alkoof, vroeg hij of we sigaretten hadden gekocht en of we alcohol hadden. 'Sigaretten nee, maar alcohol wel.' 'Hoeveel liter?' 'Drie'. 'Ok, dan is het goed'. Zonder een verdere gedetailleerde controle van het bed achterin (was een enorme puinhoop) en onze wasmand, konden we gelukkig onze weg naar Spanje vervolgen. Bij het verlaten van Andorra werden we een beetje overvallen door de rust en de ruimte van het Spaanse land, zeker in het Cerdanya dal. Geen auto's voor je, geen fluitende verkeersregelaars, heerlijk.

We rijden nog zo'n 50 kilometer verder en overnachten uiteindelijk op de parkeerplaats van het ski-oord in La Molina-Alp.

De volgende dag gaan we door naar Ribes, waar een treintje vertrekt naar het op 2000 meter hoge gelegen oord Nuria. De weg hiernaar toe gaat via de ‘Colla de Toros' een mooie bergpas waarvan we zo'n 30 kilometer volgen over een weg met heel veel bochten, mooie uitzichten en slechts een lichte stijging en daling.

Eenmaal in Ribes aangekomen, kunnen we na diverse pogingen en omrijden wegens smalle straatjes, het treintje niet vinden. Menno is de smalle straatjes zat (of zou hij smalle-straatjes-rijangst hebben gekregen?) en we besluiten door te rijden naar Ripol, naar de Santa Maria kerk. Deze kerk beschikt over de oudste Romaanse poort van Catalonië. Helaas bevindt zich deze in het centrum van de stad. In de buurt parkeren lukt niet en omdat we de problemen van smalle straatjes niet nog eens gaan opzoeken, laten we ook deze bezichtiging varen. We nemen vervolgens de route door de Vall de Camprodon en het natuurgebied Alta de Garrotxa. Ook weer een mooie bochtige weg, waarbij het uitzicht helaas vaak wordt weggenomen door de vele olijfbomen die langs de weg en op de hellingen groeien.

Na aankomst in Olot, rijden we over de gewone autoweg naar Figueres, waar we de volgende dag het ‘Teatro-Museu Dali' gaan bekijken, inderdaad een museum met werk van Salvador Dalí. Het museum is door Dalí zelf ontworpen en samengesteld. Het is heel leuk opgezet, zoals de naam al doet vermoeden, in de vorm van een theater.

Met name de ‘Mae West room' vond ik erg leuk, waarbij je door vanaf een verhoging op de meubelstukken neer te kijken, het ‘gezicht' van Mae West kon zien. Je moet er maar opkomen. Ik miste verder wel een aantal grote werken van hem, die ik daar had verwacht, maar waarschijnlijk hangen die in andere musea. Toch waren er ook erg mooie stukken aanwezig, zoals de metershoge schildering op het ‘podium' en een mooie plafondschildering.

Na Figueres zijn we in één dag doorgereden naar Barcelona. Het was die dag erg zonnig, volgens de thermometer 26 graden en die laaghangende zon maakte de 140 kilometer lange rit wel lastig en vermoeiend om te rijden.

Eenmaal in Barcelona aangekomen hebben we eerst een pomp met gas gezocht, want dat was ondertussen al weer aardig aan het opraken en in Spanje zijn er bijna geen pompen met LPG te vinden. Nadat we dit geregeld hadden, dachten we dat het ‘werk' er voor die dag op zat. We hoefden alleen nog maar naar de alom bekende mega grote camperplaats aan de ‘Diagonaal' te gaan, waar we enkele nachten wilden blijven staan. Daar aangekomen, werden we ‘te woord' gestaan door een muts die het blijkbaar heel vervelend vond dat ze voor ons haar telefoongesprek moest beëindigen. Veel meer dan de mededeling ‘no camping-car' kwam er dan ook niet uit. Aangezien ik geen woord Spaans spreek en haar Engelse vocabulaire zich beperkte tot ‘no camping-car', kwamen we daar dus niet verder. Maar dat we er niet op mochten, dat was wel duidelijk. Een vrachtwagen achter ons, mocht echter wel het terrein op en we hadden gezien dat er twee campers geheel verlaten op het grote lege terrein geparkeerd stonden. We snapten er niets van. Op de borden bij het terrein en in onze camperplaats-gidsen stond toch duidelijk aangegeven dat het ook voor campers bedoeld was. Een beetje verslagen zijn we er weggereden en hebben we de camper tijdelijk geparkeerd bij één van de havens om het avondeten klaar te maken. Wat nu? De hele route vanaf Lourdes door de Pyreneeën had in het teken van Barcelona gestaan en dan zouden we die stad gewoonweg over moeten slaan? Zomaar ergens parkeren gaat niet en doe je daar ook niet graag. Misschien nog wel voor de nacht, maar niet om je camper achter te laten als je zelf de stad gaat bezichtigen. Menno had in zijn navigatie nog wat camperplaatsen gemarkeerd staan, maar tot op heden hadden die plaatsen nooit veel voorgesteld en bleken zelfs vaak helemaal niet te bestaan. Veel vertrouwen hadden we daar niet in, maar veel keus hadden we ook niet. In een straal van zo'n 5 tot 10 kilometer waren er drie andere plaatsen die we dan maar eens moesten gaan bekijken. De eerste plek was op een enigszins verlaten industriegebied, dat bovendien smerig en onverzorgd was. Dat gaf geen goed gevoel. Voordat we naar de tweede plek gingen kijken, wilden we eerst nog eens langs die grote camperplaats rijden waar die muts ons had weggestuurd. Wie weet, zat er nu iemand anders en kon het nu wel. Of misschien was er een andere ingang waar we wel het terrein op mochten. Eenmaal daar weer aangekomen, bleek er echter toch maar één ingang te zijn. Bovendien zagen we dat een andere camper ook weggestuurd werd. Nu wisten we het zeker, we konden er echt niet op. Dan maar op zoek naar de tweede en misschien ook wel derde camperplek. De tweede plek was niet te vinden, aangezien deze volgens de navigatie te midden van een blok huizen gemarkeerd stond. Op weg naar de derde plek, zagen we toevallig de camper voor ons die ook bij die grote parkeerplaats was weggestuurd. Misschien waren zij wel op weg naar een andere plek. We besloten hem te volgen, maar al snel ging hij aan de kant van de weg staan. We hebben onze camper daar achter geparkeerd en zijn gaan vragen of zij iets wisten. Gelukkig waren dit Fransen en kon ik aardig met ze in gesprek gaan. Zij hadden bij de ingang van die camperplaats te horen gekregen dat er wegens onderhoud geen campers toegelaten werden. Wél hadden zij een kaartje gekregen van een andere ‘poortbewaker' dan de muts die wij daar twee uur eerder aantroffen. Hierop stond het adres van een andere bewaakte parkeerplaats. Ze konden het echter niet vinden. Als die muts bij die camperplaats ons nou ook zo'n kaartje had gegeven, dan had ons dit een hoop ellende en frustratie bespaard. Menno probeerde vervolgens het adres in de Garmin in te voeren, maar de straatnaam stond er niet in. Wel konden we aardig nauwkeurig in de buurt van het getekende plattegrondje van het kaartje komen. De bestuurder van die andere camper had ondertussen via zijn telefoon ook wat meer navigatie-informatie ontvangen en we spraken met hen af dat wij hen zouden volgen.

Blijkbaar werkte de navigatie van die man niet helemaal goed, maar na diverse malen de weg vragen (zij, niet wij, ik spreek tenslotte geen Spaans), hadden we uiteindelijk de parkeerplaats gevonden in het gebied van de Montjuïc, nabij het ‘Poble Espagnol' (een nagebouwd dorp met daarin diverse Spaanse bouwstijlen). Helaas hadden ze daar geen elektriciteit, maar met behulp van de fransman, die naar achteraf bleek ook maar slechts enkele woorden Spaans sprak, kon de bewaker van dat terrein ons wel laten zien waar we water konden tappen en waar we onze vuilwatertanks konden lozen. Veel meer dan 'one night, 25 euro's' kwam er in het Engels echter niet uit, maar met handen en voeten kom je uiteindelijk ook een heel eind en de bewaker was zeker zeer behulpzaam. Het terrein bleek een parkeerterrein voor bussen te zijn en tevens voor auto's die daar parkeren tijdens concerten in het Olympisch Stadion, dat destijds was gebouwd voor de Olympische Spelen in de jaren negentig.

Onze eerste dag in Barcelona (één dag is namelijk niet genoeg om deze stad te bezichtigen) zijn we naar de ‘oude stad' gegaan. Na een tweedaags metro-kaartje te hebben gekocht, was onze eerste halte de oude kathedraal met bijhorend klooster.

Een indrukwekkend bouwwerk, met helaas veel toeristen. Het is vandaag zaterdag, dus dat vraagt om nog meer toeristen. Ook horen we hier voor het eerst in deze vakantie vaak de Nederlandse taal om ons heen. Blijkbaar zijn er ook dat weekend veel Nederlanders die een weekendje Barcelona hebben geboekt. Na de kathedraal lopen we naar het ‘Palau de la Musica Catalana'.

Een heel bijzonder concertgebouw, gebouwd in de tijd van de modernisten met veel Art Nouveau. Helaas mochten we daar binnen niet filmen en geen foto's maken. Na het nuttigen van wat tapa's in de centrale lobby, hebben we dit fantastische gebouw aanschouwd tijdens een ‘guided tour'. De rondleiding was gelukkig in het Engels. Het gebouw is niet zo groot en overal heb je mooie versieringen van bloemen en planten in keramische tegels met reliëf. Ook zie je hier hele mooie mozaïeken en beelden van figuren en andere voorwerpen die uiteraard met muziek te maken hebben. De concertzaal zelf was het allermooiste. Beneden was het al een mooi geheel, maar kwam het toch wat klein over. Eenmaal op de tweede verdieping, waarbij je van boven neerkijkt op het podium, is het een indrukwekkend geheel. Rondom zijn grote ramen met glas in lood waardoor het licht in allerlei kleuren naar binnen komt. De pilaren, die mede de constructie dragen, zijn geïnspireerd op bomen, waarbij de omringende kroonluchters inderdaad als een soort kruinen van de bomen in schuine stand richting de ‘zon' zijn geplaatst. Die ‘zon' is een metersgrote omgekeerde koepel, volledig van glas in lood, die als een soort grote druppel in het midden van het gebouw aan het plafond hangt in de mooiste kleuren. Jammer dat we geen foto's mochten maken, maar ik heb uiteraard wel een boekje gekocht met daarin afbeeldingen om toch een aandenken te hebben.


Hierna zijn we naar ‘La Rambla' gelopen. Een levendige winkelstraat, waarbij het midden gevormd wordt door een hele lange rij bomen. Hier staan verder ook kraampjes met vogels en bloemen, maar het meest bijzondere zijn eigenlijk wel de ‘levende standbeelden'. Hier zitten echt ware kunstwerken bij.

Het begint ondertussen al donker te worden en de verlichte rij met bomen op de ‘La Rambla' is een mooi gezicht. Na het avondeten zijn we naar het grote park van Barcelona gelopen waar zich ook een ‘Arc de Triomph' bevindt. Het is ondertussen al laat en we pakken van hieruit de metro terug naar de halte ‘place espagnol' in het Montjuïc. Toevallig stuiten we daar op een geweldige fontein show van de magische fontein bij het ‘Palau d'Art', het paleis van de kunst.

Het is een megagrote fontein die op het ritme van zowel moderne als klassieke muziek, in allerlei kleuren een mooie show weggeeft. Het is er dan ook erg druk. Het ligt op onze route naar ‘huis' en eenmaal bovenaan de trappen van het Palau d'Art, genieten we nog een tijdje van het fantastische uitzicht over Barcelona. De Montjuïc is hoger gelegen dan de rest van Barcelona. Het uitzicht vanaf hier over de duizenden lichtjes van de stad is dan ook zeer indrukwekkend. De marmeren muur waar we op zitten is echter wel koud en na een half uur wordt het dan toch echt tijd om weer naar de camper te gaan. Het was een vermoeiende maar zeer mooie dag.

De tweede dag in Barcelona wordt een ‘Gaudi-dag'. Barcelona staat natuurlijk bekend om zijn werken van Gaudi en daar kun je dus niet omheen. Omdat ik gisteren door het vele lopen toch weer last van mijn knie heb gekregen, besluiten we om vandaag veel van de metro gebruik te maken. De eerste stop is de Sagrada Familia, het levenswerk van Gaudi en vaak het toonbeeld van Barcelona.

Het is zondag, dus het is rustig in de ‘tempel'. Dit geldt voor de werklieden en niet voor de toeristen, die zijn er natuurlijk in overvloed. Het bouwwerk mag dan het levenswerk van Gaudi zijn geweest, het is echter nog verre van af. Daarom wordt hier doordeweeks nog volop gebouwd en gewerkt. Dat zie je dan ook aan de metershoge steigers die binnen staan en de afgeschermde werkplaats die zich in het midden van de tempel bevindt. Eigenlijk vond ik het zelf hierdoor toch een beetje tegenvallen. Het heeft overigens een zeer hoog beton gehalte, maar het is dan ook iets geheel anders dan een kathedraal van honderden jaren oud.

De start van dit gebouw was in 1904, dus het is nog helemaal niet zo oud. De facade aan de voorkant is één van de eerste dingen die zijn gerealiseerd en ik moet zeggen dat ik die ook het mooiste vond. Hier zijn zoveel beelden bijeengebracht in zoveel details, je blijft gewoon kijken naar dit grote kunstwerk.

De buitenzijde aan de achterkant is veel moderner, waarbij de beelden van diverse mensfiguren nogal in hoekige vormen waren gemaakt. Iets wat ik zelf minder mooi vond.

De ramen in de Sagrada Familia zijn nog maar beperkt gevuld met glas in lood, maar daar waar het glas wel in zit, geeft het hele mooie kleuren. Ook in dit gebouw zijn de pilaren geïnspireerd op bomen uit de natuur, waarbij je bovenin tegen de onderkant van de kruinen aankijkt. Het lijken net bloemen. Deze bevinden zich helemaal bovenin en dat is echt wel heel indrukwekkend. Als je verder wat meer te weten komt over de manier waarop Gaudi zijn wijze van bouwen toepaste, waarbij hij echt een pionier was voor die tijd, dan krijg je steeds meer bewondering voor zijn levenswerk, althans ik wel. De uitvoeringen van al die ronde vormen, waarbij op andere wijzen met krachtverdeling wordt omgegaan is toch eigenlijk heel indrukwekkend.
Na een paar uur hier doorgebracht te hebben, zijn we met de metro één halte verder gegaan naar het ‘Hospital de la Santa Creu i de Sant Pau'. Dit betreft geen bouwwerk van Gaudi, maar is wel uit de tijd van het modernisme zoals ook het concertgebouw dat we gisteren hebben bezocht. Het ziekenhuis is gebouwd met daarbij veel details van bloemen en planten met de gedachte dat dit het genezingsproces van de zieken positief zou beïnvloeden. Eenmaal bij de poorten van het ziekenhuis aangekomen, blijkt dit gesloten te zijn wegens onderhoud. Wat een domper.

Dan maar direct weer de metro in om naar het ‘Park Guëll' te gaan, een park ontworpen door Gaudi in opdracht van hertog Guëll, gebouwd tussen 1910 en 1914. Vanaf de metro is het wel een stukje steil omhoog lopen, maar het is zeker de moeite waard. Het lijkt een beetje alsof je bij de Efteling bent beland. De huisjes bij het toegangshek doen je aan kabouterhuisjes denken, geen paddestoelen, maar wel rond en met zeer fantasierijke daken. Als je de poort bent gepasseerd en je de eerste trap omhoog hebt genomen, sta je bij de veelkleurige sauriër, de bekende draak van Gaudi, bedekt met mozaïek van keramiek. Hier is druk met toeristen. Iedereen vecht om een plaatsje om een foto te maken van vriend, vriendin of geliefde bij dit beeld.

We gaan verder omhoog en komen uiteindelijk uit bij een soort ovaal plein vanwaar je uitzicht hebt over de stad. Dit plein is als een soort balkon, dat over de onderliggende trappen heen hangt en waarlangs een met mozaïek versierde meterslange golvende bank is geplaatst. Vandaag is het koud en de zon laat het nogal afweten. Toch is het erg druk op de kleurrijke golvende bank met de vele toeristen die net als ons dit park niet aan zich voorbij willen laten gaan.

We lopen nog wat verder door het park en bekijken bovendien het voormalige huis van Gaudi , thans een museum. Omdat het nogal koud is (tijd voor muts en handschoenen) besluiten we na een uurtje weer met de metro terug te gaan naar het oude gedeelte van Barcelona voor het avondeten. Na ons diner in een restaurantje wat niet geheel een succes was (paëlla uit de magnetron en entrecotes als schoenzolen), gaan we weer met de metro naar de camper. Ditmaal is er geen show van de magische fontein, maar we blijven toch nog even bovenaan de trappen van het Palau d'Art staan om net als gisteravond van het uitzicht over de stad te genieten. Morgen gaan we Barcelona weer verlaten, dus dit is de laatste keer. Maar ook nu is het koud en lokt de warme ruimte van ons Cloutje. Na een korte wandeling zijn we dan ook weer snel op de parkeerplaats. We zijn moe, maar voldaan. Er is zoveel te zien in Barcelona, je kunt er wel een week verblijven. Ik weet alleen niet of mijn voeten dat wel aankunnen, want ondanks dat we vandaag veel met de metro hebben gedaan, hebben we allebei last van zeer vermoeide voeten en zouden we het niet zien zitten om morgen weer flink aan de wandel te gaan in deze fantastische stad. Het is goed zo, het is tijd om weer te vertrekken.

Het is ondertussen 14 december en we maken ons op voor het vertrek vanuit Barcelona. Eigenlijk hadden we nog wel het ‘Pablo Espagnol' willen bekijken, het is tenslotte om de hoek van de parkeerplaats, maar onze voeten zijn nog steeds moe en mijn knie is het ook een beetje zat. Bovendien willen we weer verder. Alhoewel verder, het is nu weer tijd om langzaam richting huis te gaan. We willen zo rond 20 december thuiskomen en met de camper gaan de kilometers nou eenmaal niet zo heel snel. We laten Barcelona dus achter ons en gaan weer richting Frankrijk. We hadden wel meer van Spanje willen zien, maar de weken zijn dan toch ineens snel voorbij gegaan. Bij de Carrefour net buiten Barcelona doen we nog wat boodschappen en rijden vervolgens deze dag tot net over de grens in Frankrijk.

We overnachten in Le Boulou. Het is een vreemde ervaring, voor het eerst zien we weer een rij campers naast elkaar op een camperplaats en het voelt voor ons een beetje als thuiskomen. Ondanks dat we Spanje, voor zover we het dan gezien hebben, een erg mooi land vinden, ben ik toch blij om weer in Frankrijk te zijn. Hier zijn ze toch beter op campers ingesteld en kun je tenminste weer camperplaatsen vinden met de zo broodnodige voorzieningen. We willen dan ook graag onze watertank weer bijvullen. Kunnen we eindelijk dat chloor-water van Barcelona wat verdunnen. Tijdens het douchen lijkt het namelijk wel alsof je in een zwembad bent geweest, zo sterk is de chloorlucht. Helaas moeten we voor het vullen wel wat verder van de sanizuil parkeren dan nodig is, omdat, hoe kan het ook anders, een Nederlandse camperaar doodleuk op zijn gemakkie zijn camper staat te wassen recht voor de sanizuil, midden op straat. Gelukkig zijn er twee tappunten voor het water en hebben we een lange waterslang.

We rijden verder over de doorgaande wegen en aan het einde van de dag doorkruisen we het nationale park Haut-Languedoc over de D122, een toeristische route.

We stijgen hierbij zo'n 500 meter en overnachten ongeveer halverwege deze weg op een ‘parkeerhaven' aan de zijkant.

Het waaide vandaag de hele dag al erg hard. We hebben zelfs het dakluik van de alkoof met tie-rips extra moeten vastzetten. 's Avonds is het tijd om nog een klein wasje te draaien om de laatste dagen door te komen. De volgende dag rijden we de rest van de 80 kilometer lange route door de Haute Languedoc, waarna we vervolgens de ‘snellere' route richting Lyon nemen over de ‘route nationale'. Deze route brengt ons soms toch nog tot hoger gelegen en koude gebieden, waarbij 's avonds het rijp aan de bomen zit, een erg mooi gezicht. We overnachten in Lamastre. Er zijn hier wel sanizuilen, maar wegens de vrieskou is het water afgesloten. We kunnen nog wel even vooruit en reizen de volgende dag weer verder noordelijk. We maken die dag een lange tocht van zo'n 330 kilometer tot net onder Dijon. Het is zonnig en koud. In Nederland sneeuwt het ondertussen, maar wij hebben vandaag nog geen sneeuw gezien. Dit verandert echter naarmate we Dijon naderen. Eerst wat stuifsneeuw, maar al gauw sneeuwt het tamelijk hard en besluiten we op zo'n 20 kilometer voor ons einddoel van die dag te overnachten op een camperplaats in ‘Nuits-St-Georges'. Het blijft nog wel even sneeuwen, wat zorgt voor idyllische plaatjes bij het gele licht van de straatlantaarns.

De volgende ochtend is alles wit, wat een heerlijk gezicht. Het rijden gaat nu alleen wel een heel stuk langzamer. Veel wegen zijn nog bedekt met sneeuw en onze snelheid ligt vaak niet boven de 30 km/uur. We willen vandaag 360 kilometer rijden, dus dat wordt nog lastig. Onderweg hebben we te maken met een opstopping en op advies van een fransman draaien we om en maken we een omleiding. Op onze geplande route is er namelijk veel sneeuw gevallen en volgens de wegenkaart zitten er nogal wat steile stukken tussen. Niet echt slim dus om hier nu met de camper doorheen te willen gaan. De omleiding is inderdaad een stuk sneller, de wegen zijn hier schoner en we kunnen weer 80 km/uur rijden. De sneeuw wordt steeds minder en vanaf Nancy is er geen sneeuw meer te bekennen. We komen die avond in Luxemburg aan en overnachten in Dudelange, net over de grens. Het is hier nu drie graden onder nul en er ligt geen sneeuw, terwijl het in Nederland overal wit is en het ‘s nachts tot -15 graden vriest. De volgende ochtend is het ook in Dudelange wit en het kwik is gezakt tot 13 graden onder nul.

Onze verwarming doet het nog steeds erg goed. Hij verwarmt de camper met gemak tot 20 graden, dat is toch een overbrugging van zo'n bijna 35 graden. De tankverwarming wil helaas niet aangaan, die vraagt teveel stroom door de enorme kou en dat is teveel voor onze omvormer van 300 Watt. Jammer, onze afvaltanks zullen met -13 graden wel bevroren zijn en nu kunnen we niet lozen op deze camperplaats. Water vullen was er zowieso al niet bij omdat de kraan ook hier is afgesloten. Bij het vertrek wil de camper niet zo makkelijk starten. Het is al wel vaker koud en onder nul geweest, waarbij het starten wat moeilijker ging, maar nu wil hij na diverse pogingen toch niet aanslaan. Geen nood, we hebben nog twee huishoudaccu's aan boord die ook nog wat vermogen kunnen leveren. Nadat Menno deze er bij heeft aangesloten, start hij gelijk. Tijd voor een schakelaartje dus! We rijden vervolgens zo'n 35 kilometer naar camping Simmerschmelz in Septfontaines om hier ons laatste dagje door te brengen. Het is namelijk al weer zaterdag 19 december en morgen willen we thuis komen. Maar uiteraard niet voordat we jullie op de hoogte hebben gebracht van onze ervaringen van deze laatste 10 dagen. Het zit er voor ons dus weer op, nog één nachtje en dan is het voorbij......... maar we hebben wel weer iets om naar uit te kijken voor volgend jaar. Bovendien hebben we er ook weer erg veel zin in om onze familie en vrienden thuis weer te zien!

Google Earth route

Van het witte paradijs in de Pyreneeën tot de hel op aarde ..........

Vanuit Lourdes in Frankrijk zijn we de Pyreneeën ingereden, richting Spanje. Tijdens de rit in de Franse Pyreneeën hadden we heerlijk zonnig weer waardoor we eindelijk de mooie besneeuwde toppen konden zien.

Wat een mooie omgeving! Omdat veel ‘colletjes' (passen over de bergen) gesloten waren door de sneeuwval, zijn we via een tunnel van Frankrijk naar Spanje gegaan. Jammer van die colletjes, maar de weg naar die tunnel was ook erg mooi. Omdat de ingang van de tunnel boven de 1800 meter hoogte was, zijn we namelijk toch nog door een besneeuwd landschap gereden.

Aan de Spaanse zijde was echter minder sneeuw te vinden. De uitgang was zo'n 200 meter lager gelegen en het regende daar. Het was ondertussen al weer wat later op de dag en het werd tijd om een overnachtingsplek te gaan zoeken. We hadden van te voren al wat gezocht in de boeken, maar dat valt in Spanje niet mee. Camperplaatsen kennen ze niet echt en al helemaal niet in de omgeving van de Pyreneeën. Lastig dus, dan maar op zoek naar campings. Ook al zijn die wel ruim aanwezig, in deze tijd van het jaar zijn er velen gesloten. Onze eerste nacht in Spanje hebben we uiteindelijk dan ook illegaal op een parkeerplaats langs de weg doorgebracht. Het regende die nacht erg veel en hard, waardoor ik slecht geslapen heb. We slapen in de alkoof en dan lig je dus dicht onder het dak van de camper, waarbij elke regendruppel overduidelijk te horen is. De volgende ochtend bleek het uitzicht daarentegen super te zijn: wederom witte besneeuwde toppen en wat lager gelegen een fris stromend beekje.

We zijn die dag dan ook een stukje langs het beekje opgelopen. Net na het verlaten van deze parkeerplaats, zagen we zo'n 5 minuten verderop een nog mooier plekje waar we hadden kunnen overnachten. We stoppen ook altijd te vroeg! We waren al wat later op de dag vetrokken en omdat de verwachting van het vinden van een camping in de buurt niet zo hoog was, hebben we toen direct rechtsomkeert gemaakt om zo de tweede nacht in Spanje op dit mooie plekje door te brengen. Ook vanuit dit plekje zijn we nog eens langs het riviertje gelopen. De bedding was hier veel breder dan bij de vorige plek en bestond wederom uit grote en kleine keien, waardoor het soms lastig lopen was. Maar de regen was opgehouden en de zon deed goed zijn best. We hebben dan ook heerlijk een tijdje aan de waterkant gezeten en genoten van die warme zonnestralen, die volgens de thermometer opliepen tot zo'n 26 graden.

De volgende dag werd het toch echt tijd om verder te trekken. Het einddoel van die dag was Benasque, een plaats wat hoger gelegen in de Pyreneeën. Daar zou een camping zijn die open was en waar we ook konden lozen en water konden vullen, want speciale loosplekken zijn dus ook niet echt te vinden in Spanje. Eenmaal bij die camping aangekomen, bleek dat de zon die we onderweg steeds hadden gehad, daar niet te vinden was. Het regende er zelfs en daar hadden we niet zo'n zin in. Zo'n 16 kilometer terug lag Camping Alto Esera in Castejón de Sos, die volgens de ASCI-gids ook open zou zijn. Dan die maar proberen. Daar scheen heerlijk de zon en middels een wat alternatieve loosplek (zo'n beetje recht boven een open riool, in het weilandje waar normaal de paarden stonden) konden we toch weer lozen en verderop op de camping konden we ook weer water vullen. We waren weer even gered! Het is hier 's nachts wel kouder, voor het eerst vriest het voor ons, zo'n 3 graden onder nul.

De volgende dag gaan we door naar het ‘Parque Natural de AigüesTortes'. Je kunt daar onderlangs naar toe via de wat lager gelegen wegen, maar er is bovenlangs ook een route via het voor Spanje voornaamste ski-gebied ‘Baqueira-Beret' (schijnt dat het Spaanse koningshuis hier ook altijd komt). Deze route gaat uiteraard via hoger gelegen wegen, waarvan we niet zeker weten of ze wel begaanbaar zijn op dit moment. Met behulp van wat vertalingen van Engels naar Spaans en weer terug, maken we er uit op dat de wegen vrij zijn. We wagen het er op!

Wat een mooie route: wederom hebben we mooi zonnig weer en kunnen we de besneeuwde toppen overal om ons heen goed zien. Over het algemeen bevinden zich in de Pyreneeën voornamelijk hele kleine dorpjes, welke deels zijn uitgegroeid tot super toeristische ski-oorden, terwijl anderen een beetje verlaten zijn ‘achtergebleven'. Op de gele, groene en blauwe afvalcontainers na, die meestal centraal gelegen in deze ‘verlaten' dorpjes ter beschikking van de plaatselijke bewoners zijn neer gezet, lijkt het verder alsof daar de vooruitgang niet echt heeft plaatsgevonden. We stoppen in Vielha om te lunchen. We worden in deze stad een beetje overvallen door de drukte van mensen. Vielha is eigenlijk de enige grotere stad van die regio en heeft dus een grote verzorgingsfunctie. Tel daar de duizenden toeristen bij op, die daar komen voor het skiën en je kunt je voorstellen hoe druk zo'n stad dan ineens is. Na de lunch gaan we verder naar het ski-oord Baqueira-Beret. Dat dit oord niet zozeer voor de gewone burger is bedoeld, blijkt wel uit de parkeerbordjes van hotels en restaurants, die aanduiden dat die plekken alleen bedoeld zijn voor ‘special clients only'. Verder is het er supertoeristisch, zoals verwacht, maar niets voor ons. We rijden snel verder, terwijl we worden ‘achtervolgd' door een blinkende witte limo.

Nog hoger gelegen komen we bij de piste van Bonaigua op 2029 meter hoogte. Hier is het weer echt winter! Tot nu toe lag er her en der wel een verlaten hoopje sneeuw, maar meer dan dat ook niet. Hier is het overal wit en er wordt dan ook volop geskied. We stoppen bij wat andere campers op de parkeerplaats van de piste om aldaar van het uitzicht en het wintersportsfeertje te genieten. Wordt het voor Menno dan misschien ook tijd om zelf maar eens ski's te kopen? Alleen op die manier kun je dan op zo'n moment even tussendoor een piste pakken voordat je weer verder rijdt. Voor nu blijft het dus bij het mooie uitzicht in dit winterse landschap, waarna we onze weg vervolgen naar het plaatsje Espot.

Deze plaats is namelijk de enige plek vanwaar je het natuurpark AigüesTortes in kan. Je mag er met de camper zelf niet in en de campings in Espot zijn gesloten, dus overnachten we wederom op een parkeerplaats, ditmaal bij de ingang van het dorp. Voor morgen hebben we leuke plannen, namelijk een sneeuwwandeling op sneeuwschoenen!

Het is zondagmorgen 6 december en de wekker staat vroeg. Vandaag gaan we echt de sneeuw in! Joepie! We hebben sneeuwschoenen gehuurd, want volgens het toeristenkantoor zak je anders te ver in de sneeuw en kun je dus niet lekker wandelen. Het is zo'n 8 kilometer tot aan het eerste bezichtigingspunt: het meer ‘Estany de Maurici', dat tevens het startpunt is van diverse wandelroutes. Je kunt dit lopen, duurt ongeveer 2,5 uur, maar je kunt ook een jeep-taxi nemen! En aangezien wij niet zo'n zin hadden om eerst een wandeling van 8 kilometer met 600 meter stijging te moeten maken, voordat we bij de sneeuw aan zouden komen, maakten we daar dan ook graag gebruik van (en velen anderen met ons!). Volgeladen in zo'n jeep, waarbij niemand Engels sprak, en waarbij mijn wagenziekte regelmatig de kop op stak, was ik blij toen we eenmaal bij het meer aankwamen. (Had ik nu die bandjes van Beau maar meegenomen!) Het meer zelf viel nogal tegen, of waren onze verwachtingen misschien te hoog?

Hoe dan ook, vanaf dat punt begonnen de diverse wandelroutes in het natuurpark en na het onderdoen van onze sneeuwschoenen gaan ook wij van start richting een ander hoger gelegen meer, genaamd ‘Estany de Ratera'. Het is zondag en op zo'n dag ben je natuurlijk niet alleen. Dat is niet wat wij gewend zijn. Tijdens onze wandelingen in Noorwegen waren we namelijk meestal alleen. Menig Spanjaard daarentegen bevindt zich blijkbaar graag mét en zonder sneeuwschoenen in deze prachtige omgeving. Het wandelen in de sneeuw is zwaar, ook mét sneeuwschoenen, maar de omgeving is supermooi en dat merken we pas echt nadat we het tweede meer hebben bereikt. Hier haken veel mensen af en gaan weer terug naar het eerste meer, maar je kunt ook verder, wederom diverse richtingen op. Omdat de jeep-taxi's uiterlijk om 17:00 uur weer teruggaan naar Espot en wij geen zin hebben om die 8 kilometer alsnog te moeten lopen, besluiten we niet teveel hooi op onze vork te nemen en onze weg te vervolgen naar een voor ons onbekend eindpunt dat volgens de bordjes op zo'n 15 minuten lopen ligt (in de zomer dus, zonder sneeuw!). Deze route is nog mooier, hier is pad minder belopen en waan je je pas echt in ‘Winter Wonderland'.

De sneeuw ligt hier als een dikke zachte deken over het landschap en je zou er zo een duik in willen nemen. Ook heb je tijdens deze route prachtige uitzichten, die we tot nu toe nog niet hadden gehad. Uiteindelijk komen we uit bij een uitzichtspunt over het eerste meer, maar dan uiteraard veel hoger gelegen, waardoor je over de hele vallei heen kijkt met in de verte, hoe kan het ook anders, besneeuwde bergtoppen.

Hier kun je niet verder en we moeten dus weer terug. Nu begint de afdaling en daarbij ook de pijn in mijn linkerknie. Ik had gehoopt er niet zo'n last van te hebben, maar zodra we bij een wandeling met een afdaling te maken krijgen, dan is het toch steeds weer raak (althans sinds onze mega-wandeling in Slowakije zo'n jaar terug waarbij we als ongeoefende wandelaars zo'n 26 kilometer hadden gelopen over de bergtoppen van het Hoge Tatra gebergte, met daarbij een stijging en dus ook weer een daling van 1300 meter). Langzaam naar beneden dan maar. Op de terugweg besef je pas dat het ondertussen warmer is geworden en op de lager gelegen route is het eerst zo mooie pad, al een aardige vieze smurrie geworden. De sneeuw is langzaam aan het smelten en de vele wandelaars maken het er niet beter op. Eenmaal onder bij het meer, moeten we natuurlijk nog even wachten totdat de jeep-taxi weer volgeladen is, maar na een gelukkig rustigere terugrit (andere chauffeur) komen we uiteindelijk geheel voldaan van deze mooie dag, rond half 5 weer in Espot aan, waar we wederom op de parkeerplaats overnachten.

Voordat we de volgende dag vertrekken, moeten we eerst nog even bellen met de Iveco garage waar we onze camper altijd in onderhoud hebben. De route van afgelopen zaterdag was een zware belasting voor de camper. Onderweg zijn we menig grindbak tegengekomen en dat zegt wel genoeg over de percentages en lengtes van de afdalingen. Tijdens die rit merkte Menno dat de remdruk soms even weg was en dat is natuurlijk niet fijn, zeker niet als je in de bergen rijdt. Op advies van de garage heeft Menno de wiellagers nagekeken omdat deze er voor zouden kunnen zorgen dat de remdruk ‘wegvalt' en je extra moet ‘pompen' voordat er weer druk is. Dus eerst maar weer de camper op de krik.

Normaal stond deze altijd achter Menno zijn bestuurdersstoel, maar voor de verandering (we hem tot nu toe tenslotte toch nooit nodig gehad) had hij hem nu eens helemaal achter in het luik gezet. Dus nadat het luik voor de zoveelste keer deze vakantie (zie ons lekkage probleem in het vorige reisverslag) was leeggehaald om bij de krik te kunnen komen en de camper vervolgens omhoog gekrikt was, hebben we inderdaad kunnen constateren dat er bij het linker voorwiel een lichte speling aanwezig was. Weer even overlegd met de garage, maar volgens hen konden we er wel mee verder rijden, maar we moeten het uiteindelijk wel na laten kijken. Zo gezegd, zo gedaan. De route ‘naar beneden' ging gelukkig goed. De remdruk bleef behouden, dus ‘so far, so good', maar we willen dit uiteraard wel verder laten nakijken als we daar weer de mogelijkheid voor hebben. Maar nu eerst door naar ons volgende doel: Andorra! We hadden er geen idee van, maar Andorra is een vorstendom op zichzelf en behoort niet tot de EU. Het ligt in de Pyreneeën tussen Frankrijk en Spanje in en je kan hier voordelig tax-free shoppen. Aangezien het ons wel leuk leek om zelf sneeuwschoenen te hebben, vonden wij het een aardig idee om die dan daar te gaan kopen. Het advies van één van onze reisboeken over Andorra was het volgende: ‘Vermijd Andorra tijdens weekenden, kerst- en paasvakantie en de maand Augustus. Het vorstendom lijkt met zijn drukke winkelcentra, supermarkten, koopjesjagers, verkeersopstoppingen, grenscontroles en agressief Engelssprekende verkopers soms een 468 km2 grote hel op aarde! Toen we dit lazen moesten we er om lachen en vonden het eigenlijk nogal vergaand dat een schrijver dit op deze manier in een boek vermeldt. Van dit advies uitgaande, dachten we dat we niets te vrezen hadden, want het was tenslotte geen weekend, geen vakantie en geen augustus. Wij zijn misschien niet veel gewend (en zoeken dan ook graag de rust op) maar het was ook nu verschrikkelijk!! Al vanaf binnenkomst in Andorra rij je van het ene winkelgebied in het andere, overal zijn mensen en overal staan parkeerplaatsen vol met auto's. Op zowat elk kruispunt staat een verkeersregelaar te fluiten en wild te gebaren en je kunt bijna niets anders dan meerijden in de menigte.

Omdat Andorra nog altijd bergachtig is en de gebouwen langs de wegen hoog zijn, was onze Garmin al snel de weg kwijt. We reden dan ook een beetje als een kip zonder kop rond en volgden de stroom van het verkeer, je kunt namelijk nergens stoppen. Na verloop van tijd zitten we in de hoofdstad Andorra la Vella en zien we tussen alle drukte in, een grote parkeerplaats waar bussen staan. We mogen er volgens de borden niet op, maar er staan meer campers dus we nemen de gok. Eindelijk rust, nou ja, rust, je mag stilstaan en dat is op dat moment al heel wat! Volgens de parkeertarieven mag je hier ook 12 tot 24 uur staan, zelfs 4 tot 5 dagen. We besluiten hier dan ook te overnachten, maar na even in de stad te hebben gelopen komen we terug bij onze camper en vinden we een briefje achter de ruiterwisser waarop (ook in het Engels) vermeld staat dat we er daar tussen 23:00 en 7:00 uur niet mogen staan. We maken vervolgens een wandeling naar de camping van de stad om te kijken of we daar kunnen overnachten. Deze ligt helaas verder weg dan we dachten en na een flinke wandeling blijkt bovendien dat deze camping een wel erg steile toegangsweg heeft. Verder staan er waarschuwingen betreffende maximale lengtes van 7 meter en wij zijn langer. Bovendien staat deze camping bomvol en zou het zowieso met onze lengte toch al erg moeilijk worden om een plekje te vinden. Maar eigenlijk vinden we de camping zelf ook helemaal niets, dus we besluiten de hoofdstad uit te rijden om een andere camping te zoeken. Volgens de ACSI campinggids zou er namelijk 10 kilometer verderop een camping zijn, die wat rustiger gelegen lag, dat sprak ons wel aan. Na diverse malen verkeerd gereden te zijn, te midden van het spitsuur van Andorra (het was ondertussen zo'n zes uur 's avonds), zitten we na een uur rijden uiteindelijk op de juiste weg en zien we puur toevallig een parkeerplaats langs de weg waar één vrachtwagen, wat bussen en een camper staan. De slagbomen zijn open en de parkeerautomaat doet het niet. Het blijkt een toeringcar-parkeerplaats te zijn. We zijn het ondertussen aardig zat na al weer een lange rit door deze hel in Andorra en besluiten deze parkeerplaats op te rijden. Nergens staat bovendien dat we er niet mogen staan en anders dan horen we het vanzelf wel weer. Het is net buiten de stad La Massana, al een stukje verwijderd van de hoofdstad, dus het zal wel meevallen. Tijd voor het avondeten...

Deze nacht hebben we goed geslapen. We zijn niet weggestuurd en er zijn bovendien nog meer campers bij komen staan. (Het zijn soms ook net schapen die camperaars, echte kuddedieren!) We besluiten na het ontbijt het stadje La Massana de bekijken. Ook hier zijn volop winkels en aan de overkant van de parkeerplaats is een winkel met wintersport artikelen. Tax-free dat kennen ze alleen niet, tja daar kunnen we dan niets mee. Vreemd hoor, heel Andorra moet een walhalla zijn voor tax-free shoppen en bij de eerste winkel waar we dan écht wat willen gaan kopen, kijken ze je aan alsof ze water zien branden. We gaan verder en komen bij een parfumerie-zaak aan. Mijn Chanel no 5 is bijna op, dus als ik daar mijn voordeel mee kan doen, dan wil ik dat natuurlijk niet laten. In de winkel vragen we opnieuw hoe het nu met dat tax-free shoppen zit. De vrouw achter de balie spreekt gelukkig Frans en weet mij uit te leggen dat Andorra helemaal geen tax heeft. Kun je het je voorstellen, een land zonder BTW?! Ik wist niet dat het bestond! Waarom zetten ze dat niet in de boeken en de folders van het toeristenkantoor, dat had een hoop sneller duidelijk gemaakt! Maar nu we dit weten, maakt het het allemaal wel makkelijker. Je hoeft dus niet bij de douane je geld terug te vragen, zoals we dat in Noorwegen gewend waren. Na mijn Chanel te hebben ingeslagen, doen we nog wat boodschappen bij de plaatselijke supermarkt. Niet dat de dagelijkse boodschappen daar nu allemaal zo aantrekkelijk geprijsd zijn, maar diverse alcoholische dranken kun je hier gewoon uit het rek meenemen en die zijn wel degelijk goedkoper. Eenmaal terug bij de camper gaan we weer verder op zoek naar een camping. Het wordt ondertussen wel tijd om te lozen en weer water te vullen. Uren rijden we rond, maar geen enkele camping heeft de beschikking over een put waarin we kunnen lozen. Wij hebben geen losse tanks, zoals veel ander campers en hebben dus echt een put nodig waar we boven kunnen staan. Op de kaart die we van het toeristenkantoor hadden gekregen, zie ik een soort van camperparkeerplaats staan, misschien dat daar iets mogelijk is? We zijn op dat moment gelukkig in de buurt, het is tenslotte ‘nog maar' de derde keer dat we dit stadje doorkomen, dus we rijden er naar toe en ja hoor, een loosplek! Jammer genoeg moet je daarvoor met je camper wel eerst een super-, maar dan ook echt een supersteile helling op. Onze trekhaak schuurt over de weg waar we uit kwamen en ik hou mijn hart vast terwijl Menno het steile pad omhoog rijdt. De camper trekt het echter niet om in zijn eerste versnelling omhoog te komen. Uiteindelijk lukt het Menno om met slippende koppeling boven te komen en kunnen we eindelijk lozen. Helaas is er geen voorziening om water te tappen, dus moeten we toch weer verder op zoek naar een camping, maar dat moet nu geen probleem meer zijn. We komen terecht op camping Casal in Canillo, waar we water kunnen vullen, zodat we weer kunnen douchen en waar we de volgende dag i.i.g. het vuile douchewater weer kunnen lozen. De wc-tank lozen lukt helaas niet, die put zit te ver achter een gebouwtje waar we met de camper niet kunnen komen, maar die hadden we gelukkig bij die loosplek op die steile helling al geleegd, dus dat is nu even niet meer zo'n noodzaak. En als klap op de vuurpeil heeft deze camping ook nog free-wifi!! Tijd om het reisverslag weer even bij te werken, dus bij deze dan... tot de volgende keer !!

Google Earth route

En voor je het weet zitten we in Zuid-Frankrijk, maar niet geheel zonder kleerscheuren. Nog steeds zin om mee te reizen? Het is namelijk niet zonder risico, dat blijkt wel weer …..

We zijn ondertussen al weer zo'n 10 dagen verder en dan ook uiteraard een stuk opgeschoten met onze reis. We zitten nu in Lourdes aan de voet van de Pyreneeën. Na Erquy (onze laatste stop in het vorige reisverhaal) zijn we zoals gepland naar Huelgoat gegaan om vandaar uit nog enkele andere bezienswaardigheden in Bretagne te bezoeken. Maar eenmaal in Huelgoat aangekomen, vonden we dat het eigenlijk wel eens tijd werd om wat meer vaart te maken. We zaten tenslotte al zo'n twee weken boven in Frankrijk en de tijd gaat toch sneller dan je denkt. Mede omdat Bretagne op een goed haalbare afstand van Nederland ligt en we de nog resterende geplande bezienswaardigheden in Bretagne dus ook later nog ‘gemakkelijk' konden bezoeken, hebben we besloten om vanaf dat moment niet meer langzaam naar beneden te reizen, maar om juist wat highlights van Frankrijk te kiezen en via die weg richting Spanje te gaan.

Als eerste werd dat het kasteel met de 365 torentjes, dat ik vroeger met mijn ouders en mijn zusje eens had bezocht. Ik had altijd al gezegd dat ik dit Loire kasteel in Chambord nog eens wilde bezoeken en dit was daar het uitgelezen moment voor. Van Huelgoat zijn we dan ook in één dag naar Chambord gereden, zo'n 480 km. Het kasteel is zo ontzettend mooi en indrukwekkend, jammer alleen van die éne toren die in de steigers stond en de diverse hekken aan één kant van het kasteel in verband met onderhoudswerkzaamheden. Maar ja, dat heb je als je in het buitenseizoen op vakantie gaat. Desalniettemin hebben wij ons daar prima vermaakt. Voor wie nog eens in het Loire gebied komt, is dit kasteel zeker een aanrader. Maar als je nog meer kastelen wilt bezichtigen, kies deze dan als laatste, anders valt de rest zo tegen!

Dat deden wij dus niet. We hebben de volgende dag namelijk het kasteel in Chenonceaux bezocht. En zoals we hadden kunnen verwachten, stond ook dit kasteel in de steigers. Ook al hadden ze het heel netjes opgelost door op de zeilen die over het kasteel en de steigers hingen, de niet zichtbare delen van het kasteel alsnog af te beelden, het is toch niet helemaal wat je verwacht. Dit kasteel is een stuk kleiner dan Chambord, maar van binnen ook zeker erg mooi. Toch kon het voor ons niet tippen aan Chambord. De tuinen zijn hier wel veel gevarieerder en bovendien gecombineerd met een bos waarin je een heerlijke wandeling kunt maken.

Volgende halte: de Puy Mary, een bergtop in het Cantal gebergte, een vulkanisch gebied al weer een stuk zuidelijker in de Auvergne. Maar voor het zover was, kregen we nog een ‘aardige' tegenslag te verwerken. We hadden namelijk al een tijdje last van water in het luik. Dit hadden we vorig jaar in Noorwegen ook al gehad en we dachten alsmaar dat dit aan de boiler lag, die we er extra in hebben gebouwd om genoeg warm water te hebben voor het douchen. Er waren toen wat koppelingen van de waterslangen gaan lekken, maar die had Menno voor vertrek allemaal vervangen door de juiste koppelingen. Toch leek daar ook nu weer water doorheen te komen. Ondanks het vele malen opnieuw nalopen van de koppelingen en waar mogelijk vaster draaiden hiervan, bleef het nat worden in het luik. Hoe was dit toch mogelijk? Het probleem zat hem dan ook niet (meer) in de koppelingen, maar bij de douche zelf. Er bleek water te lekken tijdens het douchen aan de voorzijde bij de douchedeuren en de douchebak, wat vervolgens voornamelijk onder de douchebak door naar achteren het luik in liep. Gewoon een slechte constructie, maar dat was nog niet alles. Het water kwam er namelijk ook aan de onderzijde van het putje uit. Wat bleek nu, de bouwers van deze camper hadden de afvoer van het putje bovenop een slangenklem geplaatst, waardoor deze nogal onder spanning stond. Telkens als je dus in de douchebak stond, dan duwde je het putje als het ware tegen het plastic van de douchebak omhoog, maar dan ook nog onder eens schuin onder spanning. Het klinkt misschien nogal ingewikkeld, maar het resultaat was dat het plastic ondertussen zo ‘beurs' was geworden, dat dit bij het loshalen van het putje is afgebroken.

Wat nu?! Geen douche is geen optie. Er zijn in deze tijd nagenoeg geen campings open om te kunnen douchen, maar dat is bovendien ook niet de wijze waarop wij met de camper op pad willen. We willen ‘vrij' kunnen staan, welliswaar in Frankrijk op camperplaatsen omdat echt vrijstaan hier niet mag, maar zeker niet steeds op campings. Het putje moest dus gerepareerd worden. Maar alleen reparatie is niet voldoende, dan zou het putje nog steeds onder spanning staan en weer kapot gaan. Nee, de waterslang moest verlengd en verlegd worden en het putje moest gekit worden. Maar waar vind je een leverancier voor de juiste slangkoppelingen? Weer een probleem. Totdat Menno ineens dacht aan het ‘wondertape' dat we ooit op de Kampeer en Caravan Beurs hadden gekocht. Zou dat ons kunnen helpen? Uittesten dan maar. Dit bleek goed te gaan. De tape kon de waterdruk aan en lekte niet, waardoor we de huidige slang konden verlengen en dus verleggen.

Vervolgens zijn we naar een bouwmarkt gegaan en hebben we kit, een kitspuit en nog wat andere materialen gekocht om het doucheputje te repareren. Het putje werd gekit en we hebben de douchebak rondom het putje ondersteund met hout. Nu moesten we nog 48 uur wachten tot de kit was uitgehard om te zien of het allemaal had geholpen. Ondertussen hebben we onze weg vervolgd naar de Puy Mary. Wat een mooie omgeving! Dat doet je toch even de ellende met de douche vergeten. Helaas was de toegang naar de Puy Mary afgesloten. Achteraf logisch natuurlijk. In deze tijd van het jaar zijn veel wegen naar bergtoppen afgesloten vanwege de wintertijd met zijn bijbehorende gevaren. Dan maar een wandelingetje vanaf het punt waar de weg afgesloten was. Naar de Puy Mary zelf zijn we niet meer gegaan, want dat was vanaf dat punt nog minimaal 12 km en dan nog een half uur lopen (volgens de boeken) en dan moet je ook nog terug. Maar ook hier was het erg mooi. Omdat je gedeeltelijk boven de boomgrens zat, deed het voor ons zelfs een beetje Noors aan.

Na de wandeling en het avondeten zijn we weer verder naar het zuiden gegaan om de volgende dag via de ‘Gorges du Tarn' naar Carcassonne te rijden.

De Gorges du Tarn is een soort canyon-achtige route. Je rijdt soms hoog en soms laag langs de rivier de Tarn en daarbij heb je zicht op rotswanden in diverse kleuren mét of zonder begroeing. Typisch voor deze tijd van het jaar is dat veel warme kleuren van de rotswanden terugkomen in de herfstkleuren van de bomen. Een erg mooi gezicht.

Na de Gorges du Tarn zijn we via een kleine d-tour een stukje over de ‘Causse Noir' (een soort hoogvlakte) gereden. Ook hier deed het ons weer veel aan Noorwegen denken. We hebben ondertussen ook wat regen gehad, maar zeker ook veel zon. Terwijl we door de Gorges du Tarn reden, leek het soms wel zomer, zo warm was het achter het glas van de cabine, heerlijk! Maar in augustus zou ik hier niet willen zijn, dan moet het er wel heel erg warm zijn, dat is niets voor ons.

Uiteindelijk hebben we overnacht in Millau, waar we de volgende dag de grote brug van Millau hebben bekeken, welke 300 meter hoog over de stad heen gaat. Een indrukwekkend bouwwerk!

Vervolgens zijn we door de mooie omgeving aldaar verder richting Carcassonne gereden om onderweg te overnachten in Mazamet. Daar is een camperplaats, althans ‘geoorloofd parkeren voor campers' op een groot parkeerterrein midden in de stad met 218 vrije parkeerplaatsen. Omdat hier op de hoek een Fonpunt was en er voorzieningen voor campers zouden zijn voor het vullen van water en het lozen van vuil water, leek ons dit een prima plek om weer eens het reisverhaal bij te werken en tevens wat wasjes te kunnen draaien. Dit bleek een illusie. Het fon-punt was er wel, maar er werd weer eens geen IP-adres afgegeven, waardoor we niet konden internetten. Bovendien was de loosplek zo gebouwd, dat je daar niet eens kon staan om te lozen zonder al het verkeer op te houden die de parkeerplaats op wil. Wat we die avond wel konden doen, was douchen! De 48 uur waren voorbij, de kit was uitgehard en bleek zijn werk goed te hebben gedaan. Geen lekkage meer bij het putje! De andere lekkage punten bij de douchedeuren hebben we tijdelijk opgelost met tape en zullen we als we eenmaal weer thuis zijn, verder gaan aanpakken. Maar voor nu is het weer OK, we kunnen (voorlopig althans) weer douchen! Wat een opluchting!

Bij aankomst in Mazamet was de parkeerplaats bijna leeg, maar de volgende ochtend stroomde deze in korte tijd vol met auto's van mensen die de stad in gingen. Het was dan ook zaterdag. Gelukkig hadden wij die ochtend nog tijdig de camper verplaatst voordat de drukte er was, aangezien er gisternacht een camper naast ons was komen te staan die doodleuk 's ochtends zijn motor liet draaien. Waarschijnlijk omdat ze het koud hadden in de camper, het is 's nachts ondertussen dan ook vaak maar 3 graden boven nul. Behalve de diesellucht, geeft dit ook nog eens een hoop geluidsoverlast. Verkassen dus! Helaas heb je soms met dit soort aso's te maken.

Omdat we het ondertussen al aardig benauwd begonnen te krijgen op deze drukke parkeerplaats, zijn we na het ontbijt direct vertrokken om onze weg richting Carcassonne te vervolgen. Carcassonne is de grootste middeleeuwse (uiteraard gerestaureerde) stad van Frankrijk. Ons plan was om te overnachten in Trébes op de camperplaats net boven Carcassonne, om de volgende dag de stad zelf te gaan bekijken. Onze Garmin lijdt ons dan ook netjes overal naar toe waar we hem opdracht toe geven. Dat hadden we die dag beter niet kunnen doen. Om namelijk in Trébes op de camperplaats aan te komen, kiest hij zoals gebruikelijk de snelste route en dat is niet altijd de beste! We hadden het 's ochtends al benauwd op die parkeerplaats, maar die middag kregen we het nog benauwder! Ga nooit met een camper van bijna 8 meter een stadje in met zeer nauwe straten!

De plaats in Google Maps

Na wat lastige manoeuvres bij de eerste bocht, werd het verderop pas echt erg! We kwamen uit bij een T-splitsing waarbij het onmogelijk leek de bocht te nemen. Er kwam al gauw een mevrouw aanlopen die ons vertelde dat de straten verderop nog nauwer werden en dat we er alleen via de rechterweg uit konden komen. Teruggaan was volgens haar geen optie. Dan maar naar rechts proberen de weg in te draaien, maar dat ging niet lukken. Dan maar links proberen om verderop op een soort pleintje te keren om daarna alsnog de rechterweg te nemen. Maar ook dit leek onmogelijk. We zakten links steeds in een kuil waardoor de camper ging kantelen en tegen de hoek van de muur aan kwam. Vóór ons zat bovendien een stoeprand die we mee moesten pakken om de bocht te kunnen maken, waardoor we nog meer in de kuil kwamen te hangen. Die combinatie was onmogelijk. Met behulp van de lokale bevolking hebben de kuil waarin we steeds wegzakten ‘opgevuld' met hout en onze ‘blokken' zodat we alsnog de bocht konden maken in combinatie met de stoeprand voor ons. Na veel loodswerk door de verdere straten met behulp van een bewoner, zijn we uiteindelijk het stadje uitgekomen. Gezien de situatie valt de schade nog mee. We hebben twee deuken in de aluminium rand links boven, waar de lak eraf is en we hebben linksvoor een schaafplek. Volgens de bewoners van het stadje waren we zeker niet de eerste die dit probleem hadden. Steeds komen er campers die via de gps op deze manier door het stadje geleid worden. Er heeft eerst een bord gestaan buiten het stadje om campers te waarschuwen, maar dit bord is weer weggehaald. Waarom wist de mevrouw die me dit vertelde ook niet .... (dat we van deze situatie geen foto's hebben is waarschijnlijk wel te begrijpen, we hadden wel wat anders aan ons hoofd....)

Na van de schrik te zijn bekomen, zijn we maar meteen doorgereden naar Carcassonne om 's middags onze zinnen te verzetten door in dit stadje te wandelen en het bijbehorende kasteel te bezoeken.

Wij vonden dit in zijn geheel echter nogal tegenvallen. Het kasteel was saai, maar het was dan ook niet een mooi gedetailleerd kasteel zoals in het Loire-gebied, maar juist een verdedigings-bouwwerk dat een paar eeuwen ouder was. Logisch natuurlijk dat hier geen mooi ingerichte kamers zijn, maar onze voorkeur ligt dan toch meer bij de soort kastelen met wat meer franje. De straten in het stadje zijn wel mooi met gerestaureerde huizen in middeleeuwse stijl, zoals we ook in St. Michel hadden gezien, maar er is geen ruimte overgelaten waar geen toeristisch winkeltje of een restaurantje in zit. Dat was wel jammer. Die avond zijn we doorgereden tot in Limoux om daar te overnachten.

Van hieruit zijn we richting Lourdes getrokken, omdat we de indruk kregen dat we dan meer van de Pyreneeën zouden zien, dan in het gebied bij Perpignon, waar we anders naar toe wilden. Tevens wilden we nu een keer naar een camping om makkelijk te kunnen internetten en eindelijk toch wat wasjes te kunnen draaien. Maar omdat er in deze tijd niet veel campings open zijn, is er dus weinig keus, waardoor de keus uiteindelijk op Lourdes is gevallen. Onderweg hebben we slecht weer, veel regen en we zien bovendien veel campers die ons tegemoet komen. Waarschijnlijk was de richting van Perpignon toch een betere keus geweest.... Verderop krijgen we bovendien nog een beproeving in de vorm van een grot waar we volgens Garmin door heen moeten. Probleem is echter dat deze in het midden dan wel 4.20 meter hoog is, maar aan de zijkant slechts 3.00 meter (althans volgens de informatieborden). Aangezien wij 3.15 hoog zijn en het gebeuren in de nauwe straten van Trébes mij nog vers in het geheugen zat, leek me dit niet verstandig. Bovendien hadden we in Trébes voor ons de volgende wijze lessen geleerd: 1: Als we denken dat het niet kan, dan gaan we teruguit; 2: We doen het rustig aan en nemen er de tijd voor om de situatie in te schatten en 3: We gaan eerst lopend de route bekijken om te zien hoe de situatie zich verder ontwikkelt. Dus zijn we, nadat we eerst al een stuk in de grot waren gereden (we hadden het bord namelijk niet goed gezien), eerst maar weer teruguit gereden om vervolgens te voet de grot in te gaan. Ook al zag het er uit alsof het niet kon, dacht Menno dat het toch wel moest lukken, al was het met zweet in zijn handen. Omrijden zou echter maar 15 kilometer extra zijn, waardoor ik voor die paar kilometer geen risico wilde lopen. En aangezien ik mocht kiezen, zijn we dus niet door de grot gereden. Uiteindelijk hebben we die nacht geslapen in Saint Gaudens. Nog steeds regent het veel en konden we van de Pyreneeën helaas door de bewolking niet veel zien.

De volgende dag zijn we naar de camping in Lourdes gereden, waar we dus eindelijk normaal internet hebben en dus dit reisverhaal kunnen bijwerken en waar ik eindelijk kan wassen. Dat werd tijd!! Jammer alleen dat het nog steeds regent, maar het lijkt ondertussen wat op de klaren, dus wie weet...

Google Earth route

Van middeleeuwse stadjes tot oorlogsgeweld aan de Normandische kust........

Allereerst willen we iedereen bedanken voor deleuke reacties. Ga zo door!!

Na Dieppe zijn we doorgereden tot in Etretat, waar we de volgende dag de krijtrotsen hebben bekeken. Dit zijn zeer indrukwekkende kliffen die op meerdere plekken langs de Normandische kust te vinden zijn.

Vervolgens zijn we via Le Havre over de indrukwekkende Pont du Normandie (brug van Normandië) naar Honnfleur gereden. Honnfleur is een karakteristiek oud stadje met een mooie oude haven. Dat het normaal gesproken nogal druk bezocht wordt, bleek wel uit de camperplaats. Hier konden wel 100 campers staan. Gelukkig was het nu geen hoogseizoen en konden we ons normaal door de oude charmante middeleeuwse straatjes begeven. Na het inslaan van wat cider en caramels (toffees), hebben we hier ook overnacht.

De volgende dagen stonden in het teken van 1944, de aanvallen op Normandië. We hebben in Arromanches een film bekeken genaamd ‘The Price of Freedom' die werd getoond op verschillende grote schermen die in een cirkel geplaatst stonden, waarbij je er dan zelf (met zo'n 20 anderen) midden in stond. Dat was een aparte beleving. Met name de combinatie van oude en nieuwe opnames uit de omgeving, waarbij je soms echt het gevoel had boven Normandië te vliegen of op een boot mee te varen. Het was een film ‘sans parole' oftewel, ‘niet gesproken', waardoor iedereen hem kon volgen.

Na te hebben overnacht in Arromanches, wilden we de volgende ochtend een strandwandeling maken over het ‘Golden Beach'. Dit is de plek waar de Engelsen in 1944 aanvielen. Wegens vloed was dit echter niet mogelijk, dus zijn we doorgereden naar Omaha Beach, de plek waar de Amerikanen aan wal kwamen en waar nu de Amerikaanse begraafplaats is. Zeer indrukwekkend al die witte kruizen.Ook hebben we een bezoek gebracht aan de Duitse begraafplaats in La Campe, die er toch weer heel anders uit ziet. Veel minder ‘bombarie' dan bij de Amerikanen, maar zeker ook zo triest en indrukwekkend (wel veel minder toeristen).

Om niet in deze grafstemming te blijven, zijn we daarna naar Cap Levy gereden om daar het panoramische uitzicht te bewonderen. Het begon ondertussen al donker te worden en ook dat heeft zo zijn charmes bij het licht van de vuurtoren.

Omdat alle kusten, hoe mooi ze ook mogen zijn, op een gegeven moment op elkaar beginnen te lijken, hebben we besloten om Cap de la Hague te laten zitten en zijn we de volgende dag eens niet langs de kust, maar door het binnenland van Normandië gereden. In Coutances hebben we een zeer mooie kathedraal bezichtigd. Omdat de geplande camperplaats in St. Pair-sur-Mer nergens te vinden was en het ondertussen al laat was geworden, hebben we die nacht geslapen op een parkeerplaats ergens achteraf, dicht bij de kust, dat normaal als uitgangspunt voor een wandeling langs de kliffen dient. Omdat er 's avonds in het pikke donker nog een auto de parkeerplaats op was gekomen, die we niet meer weg hebben horen gaan, heb ik niet echt lekker geslapen. Je weet het tenslotte maar nooit. De volgende dag bleek dit een VW-camperbusje te zijn, die net als wij blijkbaar een overnachtingsplek zocht. Als ik dat had geweten .....

Dinsdag 17 november (Jannie nog gefeliciteerd!!) stond geheel in het teken van de Mont Saint Michel. Dit is een heel bijzonder plekje. Het betreft een abdij die is gebouwd op een rots, die als een schiereiland in de zee ligt.

Het stadje eromheen is ook zeer sfeervol. Ook al is het natuurlijk supertoeristisch (bussen met Japanners voeren af en aan!!), het blijft leuk om door de ‘middeleeuwse' straatjes te lopen. Stom genoeg hebben we daar galettes gegeten, voor het eerst deze vakantie. Helaas maakt het blijkbaar niet uit wat je op dergelijke toeristische plekken je gasten voorschotelt, die weten niet beter en eten het waarschijnlijk toch wel op. Nou ik niet dus, ze waren werkelijk niet te eten. De galettes waren droog en de ingrediënten niet vers (champignons uit blik en geen verse tomaat maar puree uit blik). Dat was wel een domper op de dag. Maar hoe kan het ook anders als de norm al is gezet door de kwaliteit van de galettes van Bruno en Astrid!! Met een teleurgesteld gevoel zijn we daarna dan ook maar terug naar de camper gegaan. Aangezien je op de parkeerplaats bij de Mont Saint Michel mocht overnachten, hebben we dit ook gedaan. Dit gaf ons tevens de mogelijkheid om ook 's avonds bij kunstlicht, nog eens door het ondertussen uitgestorven stadje te sluipen (op enkele verdwaalde Japanners na dan, die daar blijkbaar in een hotel verbleven). Een erg leuke ervaring!

Woensdag zijn we naar Saint Malo gereden. Tevergeefs zijn we onderweg op zoek gegaan naar Fon-punten om te kunnen internetten. Die avond hebben we in de haven van St. Malo overnacht. De volgende dag hebben we het oude gedeelte van de stad bezocht. Ook weer zo'n sfeervol stadje. Ondanks dat St. Malo grotendeels door branden in de 17e eeuw en door het oorlogsgeweld van WOII werd verwoest, hebben ze het erg mooi gerestaureerd. Je kunt er tevens over de stadsmuur lopen die het oude gedeelte omringt, waarbij je een mooi uitzicht hebt op de zee, het strand en de rest van de stad met zijn havens. Verder zijn er vele gezellige winkelstraatjes en uiteraard de crêperies, waar we deze keer gelukkig wél een heerlijke crêpe hebben gegeten. Voor de overnachting zijn we doorgereden naar Erquy en vandaag vervolgen we onze weg naar Huelgoat om daar in de bossen van de Monts d'Arrée te gaan wandelen.

Lekker fris en zonnig ...

We zijn uiteindelijk toch in Calais gebleven en hebben overnacht op een camperplaats in de haven. Daar hadden we een mooi uitzicht op de boten die aan en afvoerden naar Engeland. En dat zijn er heel veel! Dit gaatbovendien de helenacht door.Soms voelde je de trillingen van de boten zelfsin de camper, dat hadden we niet verwacht.

De volgende dag zijn wealsnog naar Cap Griz Nez gereden. De route er naar toe was zeer mooi en vaak ookheel verrassend met mooie uitzichten over de kustlijn en de zee.

Bij Cap Griz Nez kon jeEngeland zien. We wisten niet dat dit zo dichtbij was. Ook daar was het heerlijk uitwaaien.In de camper zelf werd het echterminder fris. Omdat we steeds meer een diesellucht in de cabinebegonnen te ruiken, hebben we de ANWB gebeld voorhet adres van dedichtsbijzijnde Iveco garage. Wat een geluk, we bleken er toen slechts 900 meter vanaf te zitten in Boulogne sur Mer. Wat een fantastische supersnelle service hebben we daar gekregen. In mijn beste frans heb ik uitgelegdwat er aan de hand was en in no time stond er een monteur onder de motorkap en had hij het euvel gevonden: een kapotte brandstofslang.Ze hebben deze directvervangen enwe hoefden niet eens te betalen: eenecht'cadeaux' !! Wat eenservice!Vorig jaar in Bratislava waren we ook al erg te spreken over de Iveco service, maar ook hier weeralle lof!

Die avond zijn we een plekje gaan zoeken in Berck, wederom dicht bij de zee. Ook hier stonden weer veel campers. We hadden niet gedacht dat er in deze tijd van het jaar zoveel mensen met de camper op pad zouden zijn. We vallen alleen wel een beetje uit de toon: de meesten natuurlijk 65+. Erg leuk om steeds weer te zien hoe de verschillende campers (oud en nieuw, simpel en super de luxe) weer gebroederlijk naast elkaar staan om te overnachten.

De volgendedag hebben we een rondwandeling gemaakt in het Parq du Marquenterre, door een vogelreservaat.

Dit park is erg mooi aangelegd, zeer weids en wat een rust ervaar je daar, heerlijk! Ook nu hadden we weerprachtigweer: Lekker fris en heerlijk zonnig!Tot nu toe hebben we over het weer trouwens niets te klagen. 'sAvonds regent het wel vaak, maar danis het toch donker en zitten we binnen.We hebbenin Criel sur Mer overnacht, jaja weer dicht bij de zee. Er stond vannacht wel erg veel wind, waardoor het leek alsof er steeds iemand tegen de camper aan het duwen was. Ik kon dan ook maar moeilijk in slaap komen, maar we hadden 's ochtens wel weer een fantastisch uitzicht over de zee enhet plaatsje dat tegen de rotswanden opgebouwd was.

Vandaag zijn we naar Dieppe gereden om een Fon-punt te zoeken.Na drie pogingen is het raak, we kunnen weer interetten! Straks vervolgen we de kustlijn verder Normandië in en proberen we vandaag uit te komen in Etretat, waar mooie krijtrotsen moeten zijn. Tot later!

Daar gaan we dan ......

Eindelijk is het dan zover. De reis is begonnen! Maar natuurlijk niet geheel zonder slag of stoot. Want zoals de meesten van jullie wel weten, moet er voor vertrek altijd wel iets mis gaan bij ons. En aangezien we op voorgaande vakanties al de nodige tegenslagen met onze camper hebben gehad, gebeurde het deze keervoor de verandering eens bij ons thuis. Vrijdagavond was het behoorlijk natin onze keuken door een lekkage van de vaatwasser. Dit bleek een scheurtje in een rubber van de pomp te zijn en aangezien dit een nogal kostbare reparatie was voor een machine van zo'n 10 jaar oud,hebben we besloten hem maar in zijn geheel te vervangen. Niet geheel gepland, maar toch nog snel geregeld, stond er zaterdag middag al weer een andere in de keuken. Helaasloop je door dit allestoch wel wat vertraging op in je planning. We zijn dan ook uiteindelijk in de nacht van zondag op maandag vertrokken en hebben in Oostende overnacht.

Vandaag (ma 9 november) zijn we naar Calais gereden om gebruik te maken van een Fon-punt. Voor degenen die dit nog niet kennen, zie www.fon.com. Middels dit systeem kunnen we internetten om zo dit reisverslag te updaten. Helaas werkt onze 'bridge' niet optimaal waardoor we onze speciaal geplaatste antenne, die het wifi-signaal versterkt, niet kunnen gebruiken. Wel jammer, maar gelukkig gaat het zonder het versterkte signaaldeze keer ook goed.

We staan hier bij het strand in de buurt, maar kunnen hier niet blijven staan. Het is hier verboden om je camper te parkeren, maar omdat het nu erg rustig is (weinig zonaanbidders te zien!), is er ruimte genoeg en wordt het tijdelijk gedoogd. Blijven slapen wordt waarschijnlijk niet goed gekeurd. Maar dat geeft niet, we willen namelijk nog een klein stukje doorrijden naar Cap Griz-Nez om daar te overnachten. Onderweg tussen Oostende en Calais heb ik (Natalia) nog een goede jas gekocht om strakseen strandwandeling te kunnen maken, als het dan nog niet donker is tenminste.We houden jullie op de hoogte!